Bijlagen

Voortgang uitvoering raadsbesluiten

In de jaarstukken rapporteren wij de stand van zaken van de uitvoering van raadsbesluiten die genomen zijn op basis van de rapporten van de Rekenkamer Utrecht, voor zover nog niet afgerond.

Titel

Tekst

Planning/Stand van zaken

Basiseducatie voor volwassenen (taal, rekenen en digitale vaardigheden).

1A

Het inzicht in de omvang van de groepen die nog onvoldoende beschikken over de basisvaardigheden te verbeteren.

In 2022 hebben de gemeente en de taalaanbieders data verzameld over de ontwikkeling van de doelgroep in omvang en samenstelling, waar mogelijk ook op wijkniveau. Hierdoor wordt het mogelijk om gerichter keuzes te maken en het bereik van de verschillende doelgroepen te vergroten. In het najaar van 2023 zal hierover nader worden gerapporteerd.

1B

Als gemeente, gelet op de hardnekkigheid en complexiteit van het vraagstuk, toe te werken naar een intensievere en minder vrijblijvende aanpak en een sterkere regie te voeren op de vraag naar en het aanbod van basiseducatie.

De gemeente kan doordat er meer inzicht komt in de doelgroep (1A) meer sturen op de aansluiting tussen vraag en aanbod en daarmee haar regierol versterken. In de praktijk van het gemeentelijk handelen en het overleg met de verschillende taalbieders krijgt dit inmiddels steeds meer vorm.

2

Voor de verschillende vormen van basiseducatie concreet geformuleerde doelen op te stellen en deze doelen te koppelen aan de verschillende doelgroepen, waarin ook het beoogde maatschappelijk effect is opgenomen.

De gemeente wacht op inzichten uit de Ervaringwijzer voordat zij concrete doelen voor verschillende vormen van basiseducatie gaat formuleren. In een vorige brief zette de rekenkamer vraagtekens bij deze afwachtende houding en vond dat een meer proactieve inzet nodig is. Met de aanwezige kennis kunnen al doelen worden geformuleerd. Inmiddels is er bij sommige aanbieders meer sprake van het formuleren van doelen voor de uitvoering. Het nieuw op te stellen meerjarenprogramma voor basiseducatie volwassenen biedt een goede mogelijkheid om concrete doelen op te stellen waarin ook het maatschappelijk effect is opgenomen.

3A

Met educatieaanbieders duidelijker afspraken te maken over meer eenduidige verantwoordingsinformatie, waaronder informatie over klanttevredenheid en voortijdige uitval.

Met de ontwikkeling van een stedelijke monitor en de Uitbreiding Top Taalhuismodule zijn samen met de partners in de stad goede stappen gezet. Hiermee verbetert de registratie van de taalaanbieders. Ook de voortgang van de deelnemers wordt beter navolgbaar. Dit stroomlijnt de informatievoorziening aan de gemeente en maakt concreter inzichtelijk wat er in het aanbod nodig is. Op de langere termijn komt er vervolgens meer inzicht in de effecten van basiseducatie.

3B

De informatieverschaffing te stroomlijnen, wat kan helpen bij meer inzicht krijgen in effectiviteit.

Met de ontwikkeling van een stedelijke monitor en de Uitbreiding Top Taalhuismodule zijn samen met de partners in de stad goede stappen gezet. Hiermee verbetert de registratie van de taalaanbieders. Ook de voortgang van de deelnemers wordt beter navolgbaar. Dit stroomlijnt de informatievoorziening aan de gemeente en maakt concreter inzichtelijk wat er in het aanbod nodig is. Op de langere termijn komt er vervolgens meer inzicht in de effecten van basiseducatie.

4A

In te zetten op een verbreding van het aanbod, en de benutting daarvan, op het terrein van Nederlands als eerste taal (NT1) en van rekenen en vaker meer indirecte, innovatieve methoden toe te passen om Nederlandstalige laaggeletterden (NT1’ers) te bereiken.

De inzet op verbreding van het aanbod van taal en rekenen voor het bereiken van de doelgroep NT1 blijft een hardnekkig vraagstuk. Verschillende pilots zijn eerder al vertraagd of op een andere manier ingevuld, waarbij personeelstekorten een rol speelden. Het gebrek aan personeel speelt ook een belangrijke rol bij het achterblijven van de inzet om NT1’ers via de scholen te bereiken. De mogelijke inzet op het gebied van rekenen is binnen de gemeente, bij aanbieders en bij verschillende werkgevers breder onder de aandacht gebracht.

4B

Als gemeente actiever te sturen op de inzichtelijkheid van het educatieaanbod, zodat samenwerking en doorverwijzing kunnen worden bevorderd.

Het certificeren van de Taalhuizen en de nieuwe inventarisatie van het taalaanbod door de stichting Lezen en Schrijven waren eerder al positieve ontwikkelingen. Voor de in ons rapport geconstateerde knelpunten (namelijk de warme overdracht tussen buurtteams en DigiTaalhuis en de invulling van de wegwijzerfunctie) is ons beeld op dit moment positief, maar blijft aandacht nodig.

5A

Een meer integrale aanpak te ontwikkelen waarin beleidsafdelingen – Maatschappelijke Ontwikkeling, Werk en Inkomen, en Volksgezondheid – tot een gezamenlijke aanpak komen van signalering, doorverwijzing en warme overdracht naar basiseducatie en taalonderwijs.

Binnen de gemeentelijke organisatie wordt door de betrokken organisatieonderdelen structureler met elkaar gesproken en heeft de beoogde aanpak permanente aandacht. Wij zien dat daarin stappen gezet zijn en dat een meer integrale aanpak beter wordt geborgd.

5B

De mogelijkheden te benutten die de Participatiewet biedt. Een intensievere aanpak te ontwikkelen om uitkeringsgerechtigden met taalachterstand te stimuleren naar taalles te gaan.

De intensievere aanpak richting uitkeringsgerechtigden leidt tot een inventarisatie en training van medewerkers. Dit onderwerp is binnen de gemeentelijke organisatie bij een medewerker van Werk en Inkomen belegd, waarmee het eigenaarschap beter dan voorheen wordt geborgd. Het beeld is dat de voortgang op én van de aanpak richting uitkeringsgerechtigden is verbeterd. Of dit ook daadwerkelijk leidt tot een betere benutting van de mogelijkheden bij de Participatiewet is op dit moment nog niet vast te stellen.

6A

In te zetten op de kansen die de werkvloer biedt en op een veel grotere rol van werkgevers bij het vergroten van taal- en rekenvaardigheid en digitale vaardigheden: daarbij als gemeente in de rol van werkgever ook zelf het goede voorbeeld te geven.

De gemeente Utrecht heeft zich in februari 2022 als werkgever aangesloten bij het Taalakkoord. Daarmee geeft de gemeente zelf het goede voorbeeld met acties richting de werkvloer.

6B

In te zetten op de kansen die het onderwijs als vindplaats biedt en zo een nauwere samenwerking tussen onderwijs, de gemeente en de educatieve aanbieders te realiseren.Met als doel: het vergroten van taal- en rekenvaardigheid en digitale vaardigheden van jongeren.

Stichting Lezen en Schrijven wordt door de gemeente als ambassadeur ingezet. De bredere inzet richting werkgevers krijgt vorm doordat een aantal werkgevers activiteiten op dit terrein ontplooit. Dat neemt niet weg verder gewerkt moet worden aan een bredere en meer concrete deelname en betrokkenheid van werkgevers.

7A

Ter bevordering van een gelijk speelveld en toetreding van nieuwe aanbieders beleidsregels op te stellen met criteria voor de beoordeling van subsidieaanvragen en het subsidieregister te verbeteren.

Op dit vlak zijn binnen het stadsnetwerk stappen gezet om jongeren en/of ouders beter te benaderen in geval van achterblijvende basisvaardigheden. Het onderwijs als vindplaats kan zowel gericht zijn op het bereiken van volwassenen via jongeren (camouflageaanbod) als op jongeren zelf. In het laatste geval betreft het geen aanbod vanuit MO voor basiseducatie volwassenen, maar aanbod vanuit Onderwijs.

7B

Ter vereenvoudiging van de interne controle op subsidies en inkoop bij de gemeente de subsidie- en inkoopdossiers onder te brengen op één centrale plaats.

De toegankelijkheid, transparantie en navolgbaarheid van de subsidieverlening is verbeterd door het vaststellen van nadere regels. Ook het nieuwe systeem Easyfunders draagt bij aan het gebruiksgemak bij de behandeling van subsidiedossiers.

8

De raad binnen zes weken door middel van een plan van aanpak te informeren over de wijze waarop deze aanbevelingen worden uitgevoerd.

Het nieuwe systeem Easyfunders is een verbetering van stroomlijning van interne informatie over subsidies. De bestaande praktijk van gescheiden administratieve systemen voor inkoop- en subsidiedossiers is uiteindelijk ongewijzigd gebleven. In het plan van aanpak heeft het college eerder aangegeven zicht te hebben op het geheel en te verkennen hoe het raadplegen van inkoop- en subsidiedossiers in samenhang op hetzelfde beleidsterrein nog eenvoudiger kan.

Zo sterk als de zwakste schakel. Een onderzoek naar de informatieveiligheid in de gemeente Utrecht.

1

De benodigde maatregelen te nemen tegen de technische risico’s die bekend zijn. En daarbij ook de uitkomsten van (interne en externe) pentesten van het rekenkameronderzoek te benutten.

Dit risico wordt gemitigeerd door de oude systemen te vervangen voor nieuwe laptops. Deze vervanging heeft vertraging opgelopen, maar zal in Q1 van 2023 worden afgerond. Op dit moment moeten alleen nog een aantal systemen van de baliewerkplekken bij de front- en backoffice orden vervangen.
Nadat deze werkzaamheden zijn afgerond zal er een externe pentest worden uitgevoerd om vast te stellen dat de technische risico’s ook daadwerkelijk zijn opgelost.

2

Structureel te investeren in het bewustzijn van medewerkers over informatieveiligheid. Daarbij ook aandacht aan tijdelijke en externe medewerkers te besteden.

In 2021 is de uitvoering van het actieplan voor bewustwording gestart.
Er is een communicatiestrategie bedacht en er is beeldmerkmateriaal ontwikkeld voor fysieke en digitale campagne. De informatie op intranet is geüpdatet, er is campagne in het stadskantoor en nieuwe medewerkers ontvangen een mail en een boekje over veilig omgaan met informatie. Daar waar dit relevant is, zoals in het informatieboekje veilig werken, wordt ook aandacht besteed aan veilig thuis werken.
We werken de komende jaren aan het verder uitbouwen van bewustwording. Hiervoor heeft de gemeente structurele middelen beschikbaar gesteld.

3

De procedure voor het melden van beveiligingsproblemen en -incidenten zoveel mogelijk te structureren en verhelderen. Deze breed bekend te maken en (nogmaals) de urgentie ervan te benadrukken.

Alle meldingen voor beveiligingsincidenten lopen langs het serviceplein van de gemeente. De DISO en het IPM-team van organisatie onderdelen ondersteunen om dit proces goed te laten lopen.
Dit onderwerp wordt meegenomen in de bewustwording.

4

De beveiliging van gemeentelijke gebouwen te verbeteren om de toegang voor onbevoegden te voorkomen.

De gemeente heeft een uitgebreide analyse uitgevoerd van het stadskantoor en de aanwezige risico’s. Op basis van deze analyse zijn maatregelen uitgewerkt in een voorstel. Dit voorstel is op 14 februari 2023 behandelt in de directie. Hierbij is gevraagd om verdere uitwerking van het onderdeel over toegangspassen en zijn de overige voorstellen aangenomen. M&O wordt verantwoordelijk voor het uitvoeren van het voorstel. Hiertoe wordt momenteel een implementatieplan opgesteld.

5

Het uitvoeren van de maatregelen in de roadmap te versnellen. Voor verdere maatregelen is het ook nodig om na te gaan of eerder getroffen maatregelen hebben gewerkt. Daarbij het extra geld voor gegevensbescherming en de uitbreiding van de DISO-capaciteit effectief in te zetten. Ook binnen de organisatieonderdelen te zorgen voor voldoende capaciteit.

Dit punt is uitgevoerd. Er is 11 FTE aan extra capaciteit beschikbaar gekomen en 2,2 miljoen aan programma gelden.
Het programma zal tegen de zomer van 2023 aflopen.

Het is niet gelukt om voor alle gewenste onderwerpen voldoende capaciteit binnen de organisatieonderdelen te realiseren. Hierom wordt vanaf 2023 gewerkt met een systeem om heldere afspraken te maken over beschikbare capaciteit en deze afspraken binnen cyclus van de realistatie gesprekken te bewaken.

6

Alle benodigde risicoanalyses uit te voeren om een totaalbeeld op te kunnen maken van de huidige stand van de risico’s. Daarbij de inzet van de extra DISO-capaciteit te benutten.

Alle risicoanalyses waarop in het rekenkamerrapport wordt gedoeld zijn uitgevoerd.

7

Het toezicht op en de technische beveiligingsmaatregelen voor informatieveiligheid in de thuiswerksituatie te verbeteren.

Dit onderwerp valt uiteen in bewustwordingsmaatregelen en technische maatregelen.
De bewustwordingsmaatregelen volgen het antwoord bij vraag 2.
De technische maatregelen volgen het antwoord bij vraag 1.

8

De raad binnen zes weken door middel van een plan van aanpak te informeren over de wijze waarop deze aanbevelingen worden uitgevoerd.

Dit plan van aanpak is conform planning opgeleverd.

Grip op energietransitie. Een onderzoek naar de beïnvloedingsmogelijkheden van de gemeente bij concrete projecten.

1

Te zorgen voor een samenhangende visie en goede onderbouwing van de 50 à 60 projecten in het Uitvoeringsprogramma Energietransitie.

Dit hebben we meegenomen in de voortgangsrapportage Energie van de stad 2021 en dit nemen we nog breder mee in de voortgangsrapportage die we nu aan het opstellen zijn over 2022. Ook hebben we de aandachtspunten opgenomen in het jaarplanbrief die we jaarlijks aan het begin van het nieuwe jaar toesturen.

De eerste opdracht was om te zorgen voor een samenhangende visie en goede onderbouwing van de 50 à 60 projecten van het Energieopgave. De bouwstenen voor de Energievisie liggen klaar, deze worden onderdeel van de Klimaatvisie (Q1 2024), zoals aangekondigd in het coalitieakkoord. De samenhang in het beleid voor de drie deelprogramma’s binnen onze opgave is weergegeven in 3 sporen:

  • Gebouwen verduurzamen
  • Infrastructuur aanpassen
  • Bronnen aanpassen

Dit jaar werken we met de meerjarendoelstellingen zoals opgenomen in de programmabegroting 2023:
• Het energieverbruik van de gebouwde omgeving is in 2050 met 35% afgenomen ten opzichte van
2020.
• De energie-infrastructuur is aangepast op duurzame bronnen .
• Alle mogelijkheden voor duurzame energieproductie zijn benut.

2

Meer aandacht te besteden aan monitoring en evaluatie, zodat de doeltreffendheid van de projecten beter inzichtelijk kan worden gemaakt.

Jaarlijks ontvangt de gemeenteraad in april/mei de voortgangsrapportage voor de opgave energie “Energie van de stad”. In
deze voortgangsrapportage kijken wij terug op de resultaten van het afgelopen jaar en de resultaten zetten wij af tegen onze doelstellingen. Liggen we op schema? Moeten we het programma bijstellen?
Zoals besproken in de technische bijeenkomst van 17 februari 2022
Nemen we ook een passage op wat we willen verbeteren, intensiveren of veranderen op de onderdelen waarvan wij twijfel hebben of we de doelstelling halen of wat extra nodig is in het programma. In de
voortgangsrapportage over 2021 deden we daarvoor een eerste aanzet, en breiden dit verder uit in de voortgangsrapportage over 2022 (Deze rapportage stellen we nu op).
Vanuit de technische raadsbijeenkomst kwam ook de suggestie om een duidelijkere koppeling te leggen tussen de voortgangsrapportage en de jaarplanbrief. Daarom nemen we de verbeteringen, intensiveringen of veranderingen die zijn aangekondigd ook mee in de jaarplanbrief die de gemeenteraad jaarlijks in januari ontvangt.

3

De doelen en prestatie-indicatoren van de projecten helder, eenduidig en toetsbaar (SMART) te formuleren.

 In de jaarplanbrief 2023 hebben we de meerjarendoelstellingen van de opgave vertaald in doelstellingen voor de verschillende deelopgaven. De projecten die daar worden uitgevoerd zijn daarop geënt. In de Voorjaarsnota 2023 komen we met een voorstel voor hernieuwde meerjarendoelstellingen en prestatie-indicatoren die voor nu beter aansluiten op onze activiteiten en meer inzicht geven. Deze
worden vervolgens toegepast in de programmabegroting 2024. In de klimaatvisie (Q1024) komen we met een voorstel om die meerjarendoelstellingen te actualiseren.

1. Voor alle bestaande en nieuwe projecten worden projectplannen gemaakt. Hierin staan niet alleen de doelen, kaders etc., maar ook de bijdragen die die projecten leveren aan de energieopgave
in de stad. Bijvoorbeeld of het beleid, een uitvoerend project is of juist een project om nieuwe innovaties of het netwerk in de stad te stimuleren.
2. We maken een ‘dashboard/ programmamanagement systeem’ waarin alle projecten worden bijgehouden. Hieruit moet ook blijken of het project heeft opgeleverd wat er van tevoren werd verwacht. Op basis van dit dashboard verantwoorden wij u via de voortgangsrapportage op
programmaniveau op basis van nog nader te formuleren indicatoren (doelstellingen).

4

Ervoor te zorgen dat projectplannen alle benodigde onderdelen bevatten en het gemeentelijk format voor een projectplan toe te passen, of een onderbouwde keuze te maken om ervan af te wijken.

  Om ervoor te zorgen dat de projecten ook efficiënt en effectief bijdragen aan de doelstellingen wordt voor alle (nieuwe) projecten vanaf 2022 wordt gewerkt een projectplan gemaakt.

5

Vast te stellen hoe invulling wordt gegeven aan participatie van burgers in de projecten van het Uitvoeringsprogramma Energietransitie en op structurele wijze feedback van burgers te verzamelen.

De participatieleidraad ‘Samen stad maken’ passen we consequenter toe. We nemen in elke projectplanbrief op hoe we de participatieleidraad toepassen. Per januari 2023 monitoren we ook wat er gedaan wordt aan participatie en wat het effect hiervan is.
Ook bij de monitoring en evaluatie nemen we het
onderdeel participatie mee, om zo gaandeweg te blijven leren van deze trajecten. Er is ook een rekenkamerrapport over de participatieleidraad opgesteld ‘horen, zien en samen door’ mogelijk gaat het leidraad veranderen, maar op welke manier is nog niet bekend.

Ook zijn we op 12 december 2022 gestart met het klimaatpanel (uitvoering van motie 2022/100 door middel van een startbijeenkomst). Het doel van het Klimaatpanel is om inwoners te laten meedenken over de praktische uitwerking van de ambities, het ophalen van input van inwoners op het gemeentelijk aanbod, het beleid dat we maken en de manier waarop we communiceren met inwoners. Het panel komt vijf keer per jaar bijeen. We vragen het panel of dit voldoet aan de behoeftes en vragen van inwoners en welke aanbevelingen zij hebben om dit te verbeteren.

We informeren de raad over de resultaten van het Klimaatpanel in onze jaarlijkse verantwoordingscyclus, de voortgangsrapportage Energie in de stad.

6

De informatie uit monitoring en evaluatie te benutten voor het bijstellen van de projecten in het uitvoeringsprogramma.

Dit komt overeen met punt 2. De toepassing bij punt 2 passen we ook op punt 6 toe.
De deelopgavemanagers gebruiken vanaf 2023 informatie uit monitoring en evaluatie voor de eventuele bijsturing van projecten in hun deelopgave. In de voortgangsrapportage zullen we hierover rapporteren vwb de prioriteitsprojecten.

7

Als gemeente richting burgers duidelijk te maken wat de gemeente kan betekenen voor bewonersinitiatieven die zich richten op de energietransitie.

Dit doen we op meerdere manieren:
A. Buurtinitiatieven energie kunnen subsidie aanvragen bij het gemeentelijke Initiatievenfonds voor activiteiten, communicatie en waar nodig het inschakelen van expertise.
B. Toegankelijk maken van kennis en ervaring. We faciliteren een  kennisprogramma op basis van de vragen van de buurtinitiatieven. De community of practice en het kennistraject is begin 2022 van start gegaan.
C. Sinds 10 november 2021 is er een startpagina op utrecht.nl/energie. Op deze pagina vinden zowel beginnende als bestaande buurtinitiatieven de belangrijkste informatie én links voor onder meer het aanbod van de gemeente Utrecht (community of practice/kennisprogramma, inhuur expertise, aanspreekpunt buurinitiatieven), sites van belangrijke partners zoals EnergieU en de NMU, subsidiemogelijkheden, randvoorwaarden voor warmtenetten, technische kennis, data, communicatie en participatie en ervaringen van initiatiefnemers in de stad en uit andere gemeenten.
D. We helpen alle buurtinitiatieven die bezig zijn met warmte, energie
besparen of opwekken bij het vinden van hun weg binnen de organisatie. Hiervoor is een vast aanspreekpunt binnen de gemeente aanwezig.

8

In samenspraak met de raad/woordvoerders energie vast te stellen hoe de informatievoorziening van het Uitvoeringsprogramma Energietransitie eruit moet (komen te) zien.

Op 17 februari 2022 is met de raadsleden van gedachten gewisseld over de informatievoorziening naar de raad. In ieder geval moet er een betere afstemming komen tussen de jaarplanbrief en de voortgangsrapportage (hier zijn we vorig jaar mee begonnen, en dit jaar zijn de documenten nog meer op elkaar afgestemd. Ook is tijdens deze sessie gezegd dat het wenselijk is om de voortgangsrapportage in het voorjaar in de raad te bespreken.

De balans opmaken. Een onderzoek naar de effectiviteit
van het economisch beleid van de gemeente Utrecht’

1

Een samenhangend overzicht op te stellen van de gemeentelijke inzet.

Via het uitvoeringsplan Actieagenda Utrechtse economie, eerste editie april 2023. Een update van dit uitvoeringsplan wordt jaarlijks naar de raad gestuurd.

2

Concrete en voor de gemeenteraad controleerbare doelen op te stellen die aansluiten bij de inzet voor de opgave en op de andere bestuurlijke niveaus.

We ontwikkelen een nieuwe programmastructuur, waarin samenhang van activiteiten op economisch terrein zichtbaar wordt gemaakt, gecombineerd met controleerbare doelstellingen. Vindt plaats vanaf begroting 2024.

3

Meer inzicht te bieden in de besteding van tijd en geld aan de opgave.

We zijn gestart met herindeling van de financiële structuur, zodat deze loopt via de programmalijnen van de economische deelthema’s arbeidsmarkt, vestigingsklimaat en investeringsklimaat.

4

Te evalueren of genomen maatregelen en ingezette instrumenten effectief zijn, ook om onderbouwde keuzes te maken voor de toekomst.

Dit verwerken we in het uitvoeringsplan Actieagenda Utrechtse (zie 1) en de jaarlijkse update c.q. verantwoording daarvan.

5

Het gebruik van informatie over de economische ontwikkelingen te structureren en vast te stellen op welke manier die informatie gebruikt wordt bij beleidskeuzes, monitoring, evaluatie en verantwoording.

We breiden het economisch dashboard uit en nemen jaarlijks een duiding van de ontwikkelingen op in de update van de Actieagenda Utrechtse Economie.

6

De verbinding binnen en buiten de opgave te verbeteren zodat binnen de gemeentelijke organisatie maar ook bij ondernemers en samenwerkingspartners bekend is waaraan in de opgave wordt gewerkt, wat de inzet oplevert en hoe daaraan kan worden bijgedragen. Dit ook te gebruiken om de gemeenteraad meer inzicht te geven in de ontwikkelingen en er een helder economisch profiel mee te ontwikkelen.

De interne en externe communicatie over het programma Economie & Werkgelegenheid is uitgebreid. Ook heeft de communicatie onder de vlag van ROM Utrecht Region en Economic Board Utrecht (EBU) meer vorm en focus gekregen. Onder de vlag van de EBU wordt met regionale stakeholders een aangescherpte positionering (economisch profiel) uitgewerkt.
In aanloop naar de Actieagenda Utrechtse economie vindt een dialoog plaats met ondernemers en samenwerkingspartners. Deze dialoog wordt vervolgens periodiek herhaald.

7

De raad binnen zes weken door middel van een plan van aanpak te informeren over de wijze waarop deze aanbevelingen worden uitgevoerd.

Via raadsbrief d.d. 5 juli 2022 (met kenmerk 9524828) is de raad over de aanpak geïnformeerd.

Onbegonnen werk - Een onderzoek naar de verduurzaming van gemeentelijk vastgoed in Utrecht

1

De financiële en organisatorische haalbaarheid van de verduurzamingsopgave te onderzoeken en de lessen die hieruit zijn te leren te gebruiken voor een herijking van deze opgave en de doelen die de gemeente daaraan verbindt.

Als uitwerking van het plan van aanpak is de raad nader geïnformeerd over het vervolg voor het uitwerken van de energietransitie voor het gemeentelijk vastgoed uitgewerkt.

2

Expliciet te maken welke stappen gezet moeten worden om de doelen wel te kunnen realiseren. En daarbij onderbouwd aan te geven in hoeverre de gemeentelijke organisatie in het algemeen en de VGU in het bijzonder voldoende zijn toegerust om deze stappen te zetten.

In de verduurzamingsagenda geven we afhankelijk van de scenariokeuze aan welke stappen zowel financieel als organisatorisch moeten worden gezet om de doelen te realiseren. Daarbij hanteren we de volgende criteria: realistisch, haalbaar, uitvoerbaar, toekomstbestendig en te integreren in de reguliere bedrijfsprocessen. Deze criteria
dienen ter toetsing van de haalbaarheid en realiteit van de gemeentelijke ambitie in brede zin en die van VGU in het bijzonder.

Voor een succesvolle uitvoering van de verduurzamingsagenda is het verder op orde brengen van de VGU een randvoorwaarde. Hierover hebben we de raad separaat met een raadsbrief geïnformeerd.

3

Inzichtelijk te maken hoe groot de onrendabele top is en te laten zien in hoeverre extra geld kan bijdragen aan de oplossing van het probleem van de onrendabele toppen en aan het realiseren van de gestelde doelen.

In de verduurzamingsagenda geven we per scenario aan welke investeringen daarmee gemoeid zijn. Bij de nadere uitwerking van een te kiezen scenario zullen we aangeven welk deel rendabel en welk deel onrendabel is.

4

 Te zorgen voor een deugdelijke en werkende manier om zicht te houden op de voortgang en realisatie van de verduurzamingsopgave.

Onderdeel van het verder op orde brengen van de VGU is ook dat we in de volle breedte de informatievoorziening verder willen verbeteren. Daarin nemen we ook de informatie over een keuze voor verduurzamingsscenario in mee. Deze sluit ook aan bij de nieuwe organisatiestructuur van de VGU. Een goede informatievoorziening draagt ook bij aan het beter en tijdiger kunnen bijsturen als dat noodzakelijk is.

5

De raad tijdig en op inzichtelijke wijze te informeren over de voortgang en realisatie van de verduurzamingsopgave.

Bij de ontwikkeling van de rapportagestructuur voor de herijkte opgave evalueren we hoe en in welke vorm de informatie zo helder en consistent mogelijk gedeeld kan worden. Waar mogelijk willen we blijven aansluiten bij de reguliere gemeentebrede P&C cyclus. In dat kader kijken we welke verbeteringen we kunnen doorvoeren in de stukken die VGU hiervoor jaarlijks opstelt, waaronder het Meerjaren Perspectief Utrechts Vastgoed (MPUV).

6

De raad binnen zes weken door middel van een plan van aanpak te informeren over de wijze waarop deze aanbevelingen worden uitgevoerd.

In de raadsbrief d.d. 4 november 2022 (met kenmerk 10527897) is de raad over het plan van aanpak geïnformeerd.

Deze pagina is gebouwd op 03/12/2024 17:16:34 met de export van 06/19/2023 09:24:48