Om onze ambities en doelstellingen te bereiken, moeten we ook de risico’s kennen, weten wanneer het spannend wordt. De focus van deze paragraaf ligt op de (mogelijke) financiële gevolgen van de risico’s en of we voldoende financiële buffers hebben om deze risico’s financieel op te vangen.
Ten opzichte van voorgaande jaren is deze paragraaf gewijzigd van opzet. Een ontwikkeling die we met de Begroting 2023 al hebben ingezet. De tabel met top 10 risico’s geeft een meer inhoudelijke onderbouwing van de risico’s en maatregelen en wat de impact is van elk risico op de benodigde weerstandscapaciteit.
Het weerstandsvermogen is een maatstaf voor de mate waarin de gemeente in staat is om de gevolgen van risico’s op te vangen zonder dat het beleid of de uitvoering daarvan in gevaar komt. De ratio weerstandsvermogen is het quotiënt van de beschikbare weerstandscapaciteit (hoeveel niet-bestemde middelen zijn er beschikbaar) en de benodigde weerstandscapaciteit (hoeveel middelen zijn nodig om alle risico’s financieel op te kunnen vangen).
Hieronder zetten we de actuele ontwikkelingen met betrekking tot het weerstandsvermogen uiteen.
Coronacrisis
Wij gaan ervan uit dat corona wel onder ons blijft, maar dat er geen beperkende maatregelen meer genomen worden en dat de minimale impact het weerstandsvermogen niet meer beïnvloedt. Het risico schatten we daarom zeer laag in en deze laten we vervallen. Het telt dus niet mee in het weerstandsvermogen.
Impact oorlog in Oekraïne
De oorlog in Oekraïne heeft geleid tot een grote vluchtelingenstroom in Europa. Tijdens de coronacrisis was er al sprake van schaarste aan verschillende (bouw)materialen, stijgende prijzen en krapte op de arbeidsmarkt. De oorlog in Oekraïne heeft dit effect versterkt met als gevolg sterk stijgende prijzen van gas en olie. Door deze prijsstijging is er sprake van inflatie en zien wij, maar ook onze inwoners en partners, uitgaven voor energie en producten waarvoor veel energie nodig is, flink stijgen. Daarom hebben wij in de begroting extra middelen vrijgemaakt om de prijsstijging te compenseren. Dit betreft een generieke verhoging van de prijscompensatie van alle budgetten in de begroting en een specifieke reservering voor de stijgende energiekosten en uitzonderlijke situaties. Gezien de hoge mate van onzekerheid nemen we de risico’s van de prijsstijgingen op in het weerstandsvermogen.
Weerstandsvermogen
De weerstandsratio komt in de verantwoording 2022 uit op 1,16. Dit is conform de nota ‘Risicomanagement en weerstandsvermogen’, waarbij wij een weerstandsratio van 1 oftewel voldoende hanteren. De weerstandsratio ligt idealiter rond de 1.
Weerstandsvermogen 2019 - 2023
Product | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|
Begroting | 1,03 | 1,05 | 0,8 | 0,71 | 1,0 |
Verantwoording | 1,05 | 0,8 | 0,73 | 1,16 |
In de ‘Voorjaarsnota 2021’ onder hoofdstuk 3.6 is het herstelplan van het weerstandsvermogen uiteengezet.
Het college heeft hierbij een aantal spelregels opgesteld om de weerstandsratio vanaf de ‘Voorjaarsnota 2022’ stapsgewijs naar het niveau van 1 te brengen. Daarom is er volgens de spelregels 4 miljoen euro beschikbaar gesteld in 2022.
Aanvullend op het herstelplan is een deel van de bij de ‘Meicirculaire 2021’ beschikbaar gestelde extra incidentele middelen (2022: 3,2 miljoen euro) ingezet voor het herstellen van het weerstandsvermogen.
Uitgangspunt van het coalitieakkoord 'Investeren in Utrecht' is om de ratio versneld terug te brengen naar de norm van 1,0. Dit doel wordt in 2022 bereikt door een extra aanvulling vanuit het coalitieakkoord (5 miljoen euro) en de extra middelen uit de meicirculaire 2022 (3 miljoen euro) in de Tweede Bestuursrapportage. Daarmee hebben we in 2022 het weerstandsvermogen weer op niveau gebracht.
Daarnaast zijn de niet-verplichte variaverzekeringen opgezegd en is de netto besparing van € 57.000 toegevoegd aan de algemene reserve.
De ratio weerstandsvermogen komt in de verantwoording 2022 uit op 1,16.
In de tabel hieronder is een doorkijk gegeven in de ontwikkeling van het weerstandsvermogen voor de periode van 2022 – 2025.
x € 1.000 | ||||
2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
Beschikbare weerstandscapaciteit beginsaldo | 59.528 | 74.823 | 74.880 | 74.937 |
Aanvullen algemene reserve - incidentele middelen ‘Meicirculaire 2021’ | 3.238 | |||
Aanvullen algemene reserve conform herstelplan VJN 2022 | 4.000 | |||
Aanvullen algemene reserve Coalitieakkoord 'Investeren in Utrecht' | 5.000 | |||
Aanvullen algemene reserve 2e berap | 3.000 | |||
Inzet vervallen premie variaverzekeringen | 57 | 57 | 57 | 57 |
Totaal beschikbare weerstandscapaciteit | 74.823 | 74.880 | 74.937 | 74.994 |
Benodigde weerstandscapaciteit | 64.685 | 64.685 | 64.685 | 64.685 |
Weerstandsvermogen | 1,16 | 1,16 | 1,16 | 1,16 |
Voor de periode 2022-2025 is er voldoende weerstandscapaciteit beschikbaar om de te verwachten financiële risico’s op te kunnen vangen.
We zullen de ontwikkeling van het weerstandsvermogen nadrukkelijk blijven volgen, gezien de huidige onzekerheden en economische ontwikkelingen. De ontwikkelingen met betrekking tot het gemeentefonds, het sociaal domein en de grondexploitaties zijn tevens cruciale factoren die het financiële risicoprofiel sterk kunnen beïnvloeden.
Beschikbare weerstandscapaciteit
De beschikbare weerstandscapaciteit geeft aan hoeveel middelen beschikbaar zijn om eventuele risico’s op te kunnen vangen. De volgende onderdelen maken deel uit van de beschikbare weerstandscapaciteit.
Beschikbare weerstandscapaciteit | x € 1.000 | ||
---|---|---|---|
Beschikbare weerstandscapaciteit | Verantwoording 2021 | Begroting | Verantwoording 2022 |
2023 | |||
Totaal algemene reserves [1] | 47.750 | 64.745 | 67.745 |
Extra aanvulling algemene reserve | 3.000 | ||
Stille reserves | 0 | 0 | 0 |
Onbenutte belastingcapaciteit (twee jaar) | 6.442 | 0 | 6.442 |
Niet ingevulde begrotingsruimte (vier jaar) | 0 | 5.926 | 0 |
Post onvoorzien (vier jaar) | 636 | 636 | 636 |
Totaal beschikbare weerstandscapaciteit | 54.828 | 74.307 | 74.823 |
[1] Deze bedragen sluiten niet aan op het bedrag dat in de balans staat opgenomen onder algemene reserve. Dit wordt veroorzaakt doordat in de beschikbare weerstandscapaciteit de algemene dekkingsreserve niet meetelt. Zie voor meer informatie de nota ‘Risicomanagement en weerstandsvermogen’.
Benodigde weerstandscapaciteit
De benodigde weerstandscapaciteit is gebaseerd op de financiële risico’s die onze gemeente loopt. Om die te kunnen bepalen, vindt twee keer per jaar een gemeentebrede risico-inventarisatie plaats van de financiële gevolgen van de risico's die we in de toekomst op ons af zien komen.
Voor elk risico kijken we naar de kans van optreden én naar de mogelijke financiële gevolgen, mocht het risico zich daadwerkelijk voordoen. Kans en gevolgen bepalen samen hoeveel weerstandscapaciteit nodig is.
Om de benodigde weerstandscapaciteit te bepalen, maken we gebruik van een risicosimulatie, die is gebaseerd op de Monte-Carlosimulatietechniek. Deze is algemeen geaccepteerd in zowel de profit- als de non-profitsector. De benodigde weerstandscapaciteit is, conform de nota ‘Risicomanagement en weerstandsvermogen’, gebaseerd op de gewenste mate van zekerheid van 90%.
De totale benodigde weerstandscapaciteit bedraagt 64,7 miljoen euro. Voor de begroting 2023 kunnen we dus met 90% zekerheid aangeven dat we met 74,8 miljoen euro voldoende financiële buffer hebben om de financiële gevolgen van onze risico’s op te vangen.
Risicokaart
Top 10 risico’s
In het onderstaande overzicht staan de top 10 risico’s met de grootste financiële impact kort toegelicht, inclusief de genomen beheersmaatregelen. Deze top 10 telt op tot een benodigde weerstandscapaciteit van 57,5 miljoen euro. De top 10 risico's bedraagt dus 88,9% van de totaal benodigde weerstandscapaciteit.
x € 1.000.000 | |||
Risico | Omschrijving acties | Gemiddeld financieel gevolg in simulatie (50% zekerheid) | Bijdrage aan benodigde weerstands-capaciteit (90% zekerheid) |
Het Stationsgebied blijft een complex en daardoor risicovol project. De uitvoering is ver gevorderd, maar tegelijkertijd worden er ook nog (detail-)onderhandelingen gevoerd met marktpartijen over de vastgoedprojecten. De uitvoering brengt ook nieuwe complexiteit met zich mee die te maken heeft met het bereikbaar, leefbaar en veilig houden van het gebied. Uit de risicoanalyse komen de volgende belangrijke risico’s naar voren (in willekeurige volgorde): | - Slimme ontwikkelingsstrategie en actieve marketing vastgoedprojecten, gemeentebrede proposities. | 12,3 | 16,2 |
Geheim risico met betrekking tot het programma Openbare Ruimte & Groen | 12,1 | 16,0 | |
De vraag neemt toe en is sterk afhankelijk van externe factoren als prestatiedruk bij jeugd, vergrijzing en inzet op langer thuis wonen. Daarnaast neemt zorgduur en opvang toe door complexere problematieken en krapte op de woningmarkt waardoor uitstroom stagneert. | Met diverse acties proberen we het stelsel betaalbaar te houden: | 10,7 | 14,2 |
Wereldwijd stijgen de prijzen van energie en (bouw)materialen sterk, dit als gevolg van de oorlog in Oekraïne en schaarste van materialen als gevolg van de coronacrisis. We zien de verschillende indexen dan ook flink stijgen, voor een groot deel toe te rekenen aan de stijgende energieprijzen. Deze prijsstijging is zodanig dat Rijk specifieke maatregelen heeft genomen, zoals verlagen van de BTW op energie en een compensatieregeling voor de minima. | In de Begroting 2023 is een aanvullende compensatie voor de prijsstijging meegenomen: | 3,5 | 4,6 |
Het risico is dat het jaarlijkse budget dat Utrecht vanuit het Rijk ontvangt voor de Participatiewet en BBZ onvoldoende is voor de uitkeringslasten. Iedereen die een uitkering aanvraagt en daar recht op heeft ontvangt de uitkering vanuit de gemeente, maar het jaarlijkse budget dat gemeentes hiervoor ontvangen hangt af van de landelijke ontwikkelingen in het macrobudget en het verdeelmodel (het verdelingspercentage per gemeente). | Het model is inmiddels uit-ontwikkeld, wel zullen we ons blijven inzetten voor verdere (kleine) verbeteringen van het model die recht doen aan de Utrechtse situatie. | 1,2 | 1,6 |
De omvang van het gemeentefonds is gekoppeld aan (een deel van) de rijksuitgaven. Dit wordt de "samen de trap op en af" systematiek genoemd. Kort gezegd komt dit erop neer dat als het Rijk meer uitgeeft dan geraamd, de gemeenten ook meer krijgen. Als het Rijk minder uitgeeft, krijgen de gemeenten ook minder. Dit is op voorhand erg lastig te ramen. | De hoogte van de algemene uitkering is nauwelijks tot niet te beïnvloeden door individuele gemeenten. Waar mogelijk wordt op voorhand, dat willen zeggen bij de raming voor de begroting, rekening gehouden met aanpassingen en schommelingen in het accres. Dit is echter niet altijd mogelijk. | 1,0 | 1,3 |
Vanaf 2026 komt er een nieuwe financieringssystematiek voor het gemeentefonds. Er wordt geen volume-accres meer verstrekt, alleen nog maar een nominaal accres voor de loon- en prijsontwikkeling. De impact hiervan is momenteel nog onduidelijk. | - Actieve lobby richting Rijk samen met G4, VNG en 100.00+ gemeenten | 1,0 | 1,3 |
Het Rijk heeft gemeenten, waaronder de gemeente Utrecht, gevraagd te voorzien in opvangplekken voor Oekraïense vluchtelingen. Hoewel de kosten gecompenseerd worden is nog geen duidelijkheid over de vraag naar opvangplekken en dus ook niet tot wanneer de regeling van het Rijk loopt. Tegelijkertijd lopen er meerjarige financiële verplichtingen waarmee we aan het eind van deze verplichtingen financieel risico lopen wanneer het niet meer nodig is om Oekraïense vluchtelingen op te vangen. | Indien de taakstelling en bekostigingsregeling afloopt onderzoeken we welke andere doelgroepen we in tijdelijke opvanglocaties onder kunnen brengen. Daarnaast zullen we bij het Rijk lobbyen voor een overgangsregeling. Het is ook mogelijk om enkel opvang te organiseren voor de periode dat de bekostiging van het Rijk gegarandeerd is. | 0,8 | 1,0 |
De voorzieningen in het armoedebeleid hebben een open einde karakter, waardoor de gemeente een financieel risico loopt. Per 1 januari 2023 stijgt het wettelijk minimumloon met ruim 10%. De armoederegelingen kennen een bovengrens van 125% van dit wettelijk minimumloon waardoor mogelijk tijdelijk meer inkomens binnen het bereik van de armoederegelingen vallen. Daarnaast speelt er op dit moment een koopkrachtcrisis waardoor meer huishoudens terug zullen moeten vallen op het vangnet dat de armoederegelingen biedt. | We schatten het bereik voor het komende jaar zo goed mogelijk in. Gedurende het jaar monitoren we het gebruik van de armoederegelingen nauwgezet (uitgaven, bereik, besteding U-pas tegoed etc.). Zo nodig kijken we waar binnen de armoedebegroting kan worden bijgestuurd. Vanwege het open einde karakter zijn de mogelijkheden in het jaar zelf beperkt. In een volgend jaar is bijsturing in principe eenvoudiger te realiseren (doelgroep, hoogte regelingen etc. kunnen worden gewijzigd). | 0,5 | 0,7 |
Voor Jeugd en Wmo zijn er financiële onzekerheden: | In de Begroting 2023 is een aanvullende compensatie voor de prijsstijging meegenomen: | 0,5 | 0,6 |
Bijdrage top 10 risico’s aan benodigd weerstandscapaciteit | 57,5 | ||
Totaal benodigd weerstandscapaciteit | 64,7 |
Mutaties in de risico's
De vorige gemeentebrede risico-inventarisatie heeft plaatsgevonden in september 2022 ten behoeve van de Begroting 2023 en hierbij was het benodigd weerstandsvermogen 73,64 miljoen euro. Ten opzichte van de vorige risico-inventarisatie is het benodigd weerstandsvermogen gedaald met 8,96 miljoen euro naar 64,68 miljoen euro.
Ten opzichte van de Begroting 2023 zijn de onderstaande risico’s gemuteerd. De mutaties bestaan uit risico’s die zijn gestegen, gedaald of vervallen. Hiermee wordt de verandering in de benodigde weerstandscapaciteit verklaard. Het gaat hier om mutaties bij benadering, omdat de bedragen afkomstig zijn uit een simulatie.
| Bedragen in euro’s |
---|---|
Risico | Mutatie benodigde weerstandscapaciteit t.o.v. begroting 2023 |
Stijgers | |
1. Open einde karakter armoedebeleid | 440.000 |
2. Bijstandsbudget (BUIG) | 100.000 |
Dalers | |
3. Geheim risico met betrekking tot het programma Openbare Ruimte & Groen | -8.700.000 |
4. Diverse risico's | -420.000 |
Vervallen | |
5. Diverse coronarisico's | -380.000 |
Totale mutatie in benodigde weerstandscapaciteit t.o.v. begroting 2023 | -8.960.000 |
Toelichting
1. Vanwege de verhoging van het minimumloon met 10% per 1 januari 2023 en de koopkrachtcrisis is het risico in 2023 hoger.
2. De verwachting is dat het budgetdeel dat Utrecht krijgt gaat dalen vanaf 2023 en het totale landelijke budget ook. Hierdoor is het risico in 2023 hoger.
3. In verband met ontwikkelingen omtrent het risico kan het bedrag in het benodigd weerstandscapaciteit worden verlaagd.
4. Betreft per saldo een geringe daling van diverse risico’s.
5. Wij gaan ervan uit dat corona wel onder ons blijft, maar dat er geen beperkende maatregelen meer genomen worden en dat de minimale impact het weerstandsvermogen niet meer beïnvloedt. De diverse coronarisico’s schatten we daarom zeer laag in en deze laten we vervallen. Het telt dus niet mee in het weerstandsvermogen.