Jaarrekening

Begrotingsrechtmatigheid

In onderstaand overzicht staat de totale overschrijding per programma.

Lasten

x € 1.000

Programma
Begrote lasten

Actuele begroting 2022

Realisatie 2022

Verschil

Onrechtmatig telt niet mee

Onrechtmatig telt wel mee

Ruimtelijke Ontwikkeling, Wonen en Erfgoed

129.414

154.528

-25.114

-25.114

Economie en Werkgelegenheid voor Iedereen

21.786

24.153

-2.367

-2.367

Werk en Inkomen

272.170

289.662

-17.492

-17.492

Onderwijs

112.271

113.805

-1.534

-1.534

Ondersteuning op maat

338.301

366.466

-28.165

-28.165

Volksgezondheid

30.614

31.180

-566

-566

Samenleven en Sport

87.147

87.450

-303

-303

Algemene Middelen

3.151

10.234

-7.083

-7.083

Overhead

206.408

209.850

-3.442

-3.442

Vennootschapsbelasting

250

1.250

-1.000

-1.000

Ruimtelijke Ontwikkeling, Wonen en Erfgoed
De lasten zijn onder andere hoger dan geraamd doordat meer intentie- en anterieure overeenkomsten zijn afgesloten met ontwikkelende partijen in de stad en door een groter aantal conversies en bestemmingswijzigingen erfpacht. Hiertegenover staan hogere baten. Verder zijn er niet begrote lasten voor strategische verwervingen. Tegenover deze niet begrote lasten staat een zelfde bedrag aan niet begrote baten. Ook zijn er niet begrote lasten voor projecten uit coronamaatregelen pakket 4. Tegenover deze lasten staat een onttrekking aan de reserve maatregelenpakketten. Daarnaast zijn er hogere lasten door een administratieve verrekening van de robuuste posten Leidsche Rijn met de balanspost onderhanden werk. Tegenover deze lasten staat een onttrekking aan de reservering voor de robuuste posten in de reserve grondexploitaties.

Economie en werkgelegenheid voor iedereen
De hogere lasten voor het programma Economie en Werkgelegenheid voor Iedereen worden veroorzaakt door het coronamaatregelpakket.
Zoals besloten bij de tweede bestuursrapportage zijn de daadwerkelijke uitgaven van het maatregelpakket, in dit geval maatregelpakket 3, geboekt op het programma Economie en Werkgelegenheid voor Iedereen en is ter dekking een onttrekking gedaan aan de bestemmingsreserve corona ten gunste van de algemene middelen.

Werk en Inkomen
De hogere lasten binnen het programma Werk en Inkomen komt door overschrijdingen binnen twee subdoelstellingen. Binnen de subdoelstelling Bijstand is de overschrijding ontstaan door een dotatie aan de voorziening dubieuze bijstandsvorderingen, hogere uitkeringslasten doordat er door meer personen een bijstandsuitkering is ontvangen en hogere uitkeringslasten door de transitie Bbz (de opvolger van de in 2022 beëindigde TOZO-regeling. Het nadeel bij WSW (septembercirculaire niet verwerkt) wordt gecompenseerd door een voordeel in het programma algemene middelen
Binnen de subdoelstelling Armoede is de overschrijding (voornamelijk) ontstaan door het budget dat via de septembercirculaire is toegekend voor de energietoeslag die bij de algemene middelen is geplaatst en het karakter van de open-einde regeling en is daarom rechtmatig.
Voor een nadere toelichting verwijzen we naar de betreffende derde W’s in het programma Werk en Inkomen.

Onderwijs
De gerealiseerde lasten zijn met 1,534 miljoen euro hoger dan begroot. Deze overschrijding wordt met name veroorzaakt door Onderwijsachterstandenbeleid, het Nationaal Programma Onderwijs en RMC (Regionale meldplicht coördinatie) en VSV (Vroegtijdig schoolverlaten). Deze zijn budgetneutraal omdat tegenover deze niet begrote lasten van 1,6 miljoen euro dezelfde bedragen staan aan niet begrote baten in de vorm van specifieke uitkeringen van het Rijk.
Er is voor 0,5 miljoen euro aan extra kosten gemaakt ten behoeve van de gevolgen van corona, die gedekt zijn door een onttrekking aan de reserve maatregelenpakket MRP III.
De lasten leerlingenvervoer zijn 0,3 miljoen euro hoger vanwege een stijgende vraag en stijgende prijzen. Dit betreft een open-eind regeling waar beperkte invloed op mogelijk is. Hiertegenover zijn er onderdelen waarbij de lasten lager zijn dan begroot. Bij Utrecht Leert! gaat het om een bedrag 0,6 miljoen en Onderwijshuisvesting. Dit komt per saldo neer op de 0,5 miljoen euro lagere lasten ten opzichte van de begroting.  

Ondersteuning op Maat
De hogere lasten voor jeugd worden voornamelijk veroorzaakt door een aantal niet-begrote lasten (5,4 miljoen euro) waarvoor specifieke uitkeringen dan wel incidentele subsidies van het Rijk verkregen zijn. Deze zijn altijd budgetneutraal en met een specifieke opdracht vanuit het Rijk beschikbaar gesteld voor jeugd. Daarnaast is er vanwege een wetswijziging van het woonplaatsbeginsel ook sprake van hogere kosten dan de ontvangen compensatie van het rijk (1,4 miljoen euro) en zijn de kosten voor Spoor030 en LTA hoger dan begroot (1,1 miljoen euro). Dit is binnen het programma opgevangen met het positieve resultaat op de doelstelling passende jeugdbescherming.
Binnen de WMO is er enerzijds meer uitputting van aanvullende zorg zoals Hulp bij Huishouden, hulpmiddelen, dagbegeleiding en individuele begeleiding, wat tot 11 miljoen euro hogere lasten leidt, anderzijds is er een onderbesteding van 13,9 miljoen euro op 24-uursbegeleiding. Deze onderschrijding was voorzien waardoor de hogere kosten op andere onderdelen binnen het programma konden worden opgevangen.
Voor Oekraïne zijn de lasten 19,5 miljoen euro hoger dan begroot, omdat de baten van 26,3 miljoen euro abusievelijk gesaldeerd begroot zijn bij de lasten. Dit saldo betreft -/- 6,8 miljoen euro.
De doelstelling Asiel en Integratie kent 5.7 miljoen euro hogere lasten dan begroot. Dat betekent een negatief resultaat van 0,32 miljoen euro. Dit resultaat voornamelijk te verklaren door gemaakte coronakosten die niet door het Rijk zijn gecompenseerd (0,3 miljoen euro). De overige lasten zijn gefinancierd met middelen vanuit SPUK-regelingen.

Volksgezondheid
Het programma Volksgezondheid kent één prestatiedoelstelling. De overschrijding in de lasten is ca. 2% en 0,566 miljoen euro.
De overschrijding is ontstaan door met name Maatregelenpakketten corona:

Bij 2de Bestuursrapportage 2022 is besloten de daadwerkelijke uitgaven maatregelenpakketten corona ten laste van de bestemmingsreserve corona te brengen in plaats van aanvulling budget. Het betreft hier uitgaven in lijn van pakket 2.2 Kansrijke start jonge kind.

Voor een nadere toelichting verwijzen we naar de 3e W (wat heeft het gekost).

Samenleving en Sport
De overschrijding van per saldo 0,3 miljoen euro is met name ontstaan bij het onderdeel
Talentontwikkeling - Topsport en Sportevenementen door enigszins hogere personeelslasten en bij het onderdeel Accommodaties Welzijn vanwege lagere opbrengsten uit verhuur door vaker hanteren 0% tarief. Bij de genoemde doelstellingen zijn de budgetten minimaal overschreden gerelateerd aan het totale budget van 87 miljoen euro. Dit wordt bovendien ruimschoots gecompenseerd door de incidentele hogere baten, Het programma Samenleven en Sport heeft per saldo dus een positief resultaat. Zie de toelichting bij het desbetreffende hoofdstuk.

Algemene Middelen
De overschrijding van 7,1 miljoen euro op de lasten bij programma Algemene Middelen wordt grotendeels veroorzaakt door:

Onderdeel langlopende geldleningen 6,6 miljoen euro nadeel:
Een nadeel op het onderdeel Langlopende geldleningen van 6,6 miljoen euro voornamelijk door een resultaat op de toegerekende rente van investeringen. In de begroting is nog grotendeels uitgegaan van een omslagrente van 2%, in de realisatie 1.5%. Er ontstaat dan een technisch nadeel aan de dekkingskant bij dit onderdeel. Hiertegenover staat een technisch voordeel aan de toerekening kant bij de onderdelen die de betreffende activa in gebruik hebben.
Onderdeel stelposten 0,5 miljoen euro nadeel:
Het betreft hier een nadeel door een niet geraamde storting in de voorziening verlofsparen (0,962 miljoen euro) en een voordeel op onvoorzien (0,459 miljoen) doordat er enerzijds niets op is uitgegeven en anderzijds een reservering uit 2020 is vrijgevallen.

Overhead
De belangrijkste oorzaken van de hogere gerealiseerde lasten bij programma Overhead zijn van technische aard. Het betreft niet-begrote lasten waar niet-begrote baten tegenover staan en waarvan het financiële resultaat dus nihil is. Het betreft onder andere de baten en lasten van het Regionale Informatie en Expertise Centrum Midden-Nederland (RIEC MN), waarvoor de gemeente slechts optreedt als Beheersorganisatie en voor de uitvoering voor de Kinder Opvang Toeslag affaire (KOT) en Geïntegreerde Territoriale Investeringen die bij Werk & Inkomen ondergebracht hadden moeten worden. Afgezien van deze lasten, die dus volledig gedekt zijn met niet-begrote baten, is de besteding binnen het financiële kader van het Programma Overhead gebleven.

Vennootschapsbelasting
De gerealiseerde lasten zijn 1,0 miljoen euro hoger dan vooraf begroot. Deze overschrijding telt niet mee in het oordeel van de accountant en is eerder aan u gemeld. Vanaf 2016 is er jaarlijks een tekort op dit programma van ongeveer 0,25 miljoen euro. Doordat wij in 2022 de aanslagen van 2018, 2019, 2020 en de voorlopige aanslag van 2021 hebben betaald, wordt nu in één jaar een relatief groot tekort ten opzichte van de begrote 0,25 miljoen euro zichtbaar. Over deze kwestie loopt een gerechtelijke procedure, er is met name een verschil van inzicht over de belastbaarheid van de winst op onze reclameactiviteit.

Deze pagina is gebouwd op 03/12/2024 17:16:34 met de export van 06/19/2023 09:24:48