Wendbaarheid heeft te maken met hoe flexibel we zijn in onze begroting en bedrijfsvoering om snel te kunnen inspelen op de actualiteit.
6.1 Schuldpositie, vreemd vermogen
De netto schuldquote vergelijkt de leningen van de gemeente (met aftrek van de geldelijke bezittingen) met de totale baten van de begroting. Daarnaast presenteren we ook de schuldquote gecorrigeerd voor de leningen die de gemeente heeft uitstaan (deze middelen vloeien immers op termijn terug).
Jaarverslag 2022 | Verloop kengetal | ||
---|---|---|---|
Kengetal: | Verslag 2021 | Begroting 2022 | Verslag 2022 |
Netto schuldquote | 61,5% | 90,8% | 60,4% |
De intern gehanteerde norm bedraagt 130%, dit in lijn met het Provinciaal Toezichtskader. Per eind 2022 blijven wij daar nog ver onder.
6.2 Netto schuldquote inclusief verstrekte leningen
6.2 Netto schuldquote inclusief verstrekte leningen
De netto schuldquote vergelijkt de leningen van de gemeente (met aftrek van de geldelijke bezittingen) met de totale baten van de begroting. Daarnaast presenteren we ook de schuldquote gecorrigeerd voor de leningen die de gemeente heeft uitstaan (deze middelen vloeien immers op termijn terug).
Jaarverslag 2022 | Verloop kengetal | ||
---|---|---|---|
Kengetal: | Verslag 2021 | Begroting 2022 | Verslag 2022 |
Netto schuldquote | 61,5% | 90,8% | 60,4% |
Af: uitleenquote | -2,1% | -2,4% | -1,5% |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen | 59,4% | 88,4% | 58,9% |
7. Renterisiconorm
Bij het bepalen van de looptijd van de geldleningen die we aantrekken houden we rekening met de interne renterisiconorm. De renterisiconorm heeft als doel om het renterisico bij herfinanciering van langlopende geldleningen te beheersen en om dus te zorgen voor goede spreiding van looptijden van leningen. De interne renterisiconorm geeft aan dat de netto aflossingen en renteherzieningen niet hoger zijn dan 10% van de leningenportefeuille.
Het is van belang dat renteherzieningen en aflossingen in de tijd gespreid zijn.
x € 1.000.000 | |||
Jaarverslag 2022 | Verloop kengetal | ||
Verslag 2021 | Begroting 2022 | Verslag 2022 | |
Langlopende leningen op 1 januari | 823 | 1.000 | 778 |
Netto aflossingen plus renteherzieningen | 75 | 70 | 70 |
Maatstaf Utrecht (max 10% van leningenportefeuille | <82,3 | <100,0 | <77,8 |
In 2022 is binnen de interne norm geopereerd. Daarmee zijn wij tevens (zeer) ruim binnen de wettelijk toegestane norm gebleven. Op grond van die wettelijke norm had het totaalbedrag van aflossingen en renteherzieningen over 2022 ruim 301 miljoen euro mogen bedragen. Zie ook de Financieringsparagraaf bij het onderdeel Risicobeheersing.
8. Rentedruk
De rentedruk geeft het aandeel van de netto rentelasten op de totale exploitatielasten (voor mutaties aan reserves) weer.
x € 1.000.000 | |||
Jaarverslag 2022 | Verloop kengetal | ||
Kengetal: | Verslag 2021 | Begroting 2022 | Verslag 2022 |
Netto rentelasten | 18,977 | 21,615 | 18,385 |
Totaal lasten (vóór reserves) | 1.561 | 1.506 | 1.755 |
Aandeel rentelasten | 1,2% | 1,4% | 1,0% |
De intern gehanteerde norm bedraagt 4%. Daar zijn wij ruim binnen gebleven.
9. EMU referentienorm
Het doel van de Wet Houdbare Overheidsfinanciën (Wet hof) is er voor te zorgen dat Nederland voldoet aan de binnen Europa afgesproken norm van maximaal 3% tekort op de begroting. De 3%-tekortnorm is daarbij doorvertaald naar een aandeel voor de decentrale overheden. Het Rijk hanteert een zogenaamde 'macronorm' voor de drie decentrale overheden gezamenlijk. Voor de jaren 2019 t/m 2022 is bepaald dat maximaal 0,4 procentpunt van de tekortnorm mag worden veroorzaakt door decentrale overheden. Het aandeel hierin van gemeenten is vastgesteld op 0,27 procentpunt. Per individuele gemeente wordt dit op basis van begrotingstotalen uitgedrukt in een zogenaamde Economische en Monetaire Unie
(EMU)-referentiewaarde. Dit betreft geen norm maar een indicatie van het aandeel dat de gemeente in de gezamenlijke tekortnorm zou mogen hebben. In de Septembercirculaire 2021 was de individuele referentiewaarde voor gemeente Utrecht voor 2022 bepaald op 59,4 miljoen euro.
x € 1.000.000 | |||
Verloop kengetal | |||
Jaarverslag 2022 | Verslag 2021 | Begroting 2022 | Verslag 2022 |
EMU-saldo: berekend tekort | 73,3 | 243,2 | 75,5 |
EMU-saldo: berekend overschot | - | - | |
(Geraamde) referentiewaarde gemeente Utrecht | 55,0 | 59,0 | 59,4 |
Dit betekent dat het Economische en Monetaire Unie (EMU)-tekort over 2022 circa 16 miljoen euro hoger is uitgevallen dan de referentiewaarde.
Een dergelijke overschrijding wordt landelijk pas een probleem als het werkelijke tekort van alle decentrale overheden gezamenlijk hoger uitvalt dan de macronorm. In dat geval kunnen overheden gekort worden op hun rijksuitkering.
10. Organisatieflexibiliteit
Het kengetal wordt bepaald aan de hand van het aandeel tijdelijke contracten inclusief inhuur in verhouding tot de werkelijke totale personele capaciteit.
Jaarverslag 2022 | Verloop kengetal | ||
---|---|---|---|
Verslag 2021 | Begroting 2022 | Verslag 2022 | |
Stand peildatum: | 31-12-2021 | 30-06-2021 | 31-12-2022 |
Aandeel tijdelijke contracten | 22,8% | 22,7% | 25,0% |
11. Toereikendheid onderhoudsbudgetten kapitaalgoederen
Conform het gestelde in paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen zijn er geen relevante ontwikkelingen in 2022 te melden die van invloed zijn op de weerbaarheid en wendbaarheid in financiële zin. Door extreme prijsstijgingen staan de onderhoudsbudgetten wel onder druk. De wijze waarop wij hiermee omgaan wordt toegelicht in het financiële beeld van de komende Voorjaarsnota.
12.1 Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit geeft weer hoe de lokale lastendruk in de gemeente Utrecht zich verhoudt tot het landelijk gemiddelde. Het geeft hiermee een indicatie van de ruimte om extra inkomsten uit belastingen te genereren. De belastingcapaciteit wordt berekend door de totale woonlasten van een meerpersoonshuishouden van de gemeente in enig jaar te vergelijken met het landelijk gemiddelde in het voorafgaande jaar en uit te drukken in een percentage.
x € 1000 | ||||
Belastingcapaciteit Utrecht (BBV) | Verslag | Begroting | Verslag | Begroting |
Onroerendezaakbelasting | 260 | 299 | 375 | 395 |
Rioolheffing | 228 | 228 | 228 | 237 |
Afvalstoffenheffing | 345 | 354 | 354 | 366 |
Utrecht woonlasten meerpersoonshuishoudens | 833 | 881 | 957 | 998 |
Landelijk gemiddelde | 776 | 811 | 876 | 904 |
Belastingcapaciteit Utrecht | 107,3% | 108,6% | 109,2% | 110,4% |
12.2 Kengetal lokale lasten (bron COELO)
Het kengetal lokale lasten vergelijkt de Utrechtse lokale lasten met die van de 40 grootste (100.000+) gemeenten. Met de uitkomst wordt een rangorde aangegeven van duur naar goedkoop. Bij dit kengetal tellen gemeenten met een groot aantal inwoners zwaarder mee, doordat wij uitgaan van het gewogen gemiddelde.
Belastingcapaciteit Utrecht (BBV) | Verslag | Begroting | Verslag | Begroting |
---|---|---|---|---|
Kengetal lokale lasten (Bron: COELO) | ||||
Plaats 40 grote gemeenten (1ste = duurste) | 12de | 13de | 13de | 13de |